• Home
  • Blog
  • Lifestyle & Coaching
  • Smaakworkshops
  • Smaakfietsen
  • Over mij
  • Kosten
  • Contact

Zin en onzin over E-nummers

01/09/17 | voedingsadvies

Stel je ontvangt een doosje waar iets eetbaars in zit. Op het etiket staat dat het naast water ook de volgende bestanddelen bevat: E621, E160a, E101, E300, E330 en E296. Wil je het dan eten? Waarschijnlijk twijfel je, maar niet meer als je het doosje openmaakt en ziet dat er een tomaat in zit! E-nummers … er is weinig waarover in de voedingswereld zoveel onduidelijkheid en onbegrip bestaat.

Weetjes
Wat er precies op het etiket moet staan en hoe, dat staat nauwkeurig vastgelegd in de Europese wet Voedselinformatie en in de Nederlandse Warenwet. De Nederlandse Voedsel- en Warenwet (NVWA) controleert vervolgens of deze wetten juist worden toegepast. Ook producten die je online koopt, moeten voldoen aan deze wetten.

E-nummers oftewel additieven (toevoegingen) zijn stoffen die zijn toegevoegd aan een product om het beter te laten smaken (smaakversterkers), het er beter uit te laten zien (kleurstoffen) en/of het langer te kunnen bewaren (conserveermiddelen). E-nummers zijn overal; niet alleen in margarine, tomaten, brood of wat dan ook, zelfs lucht (zuurstof) bevat een E-nummer, nl. E948! E-nummers bevatten geen voedingswaarde.

Wetenschap
Ik heb mij er verder in verdiept en wat opvalt is de nuchtere, nonchalante kijk van de wetenschap op E-nummers. Zo wordt aangegeven dat een kleine groep kwetsbare consumenten (bijv. kleine kinderen, mensen met overgevoeligheid of aandoeningen zoals astma) een beetje moeten uitkijken met sommige E-nummers maar voor het overgrote deel geldt: `niks om je druk over te maken. Als je kanker zou krijgen van aspartaam, hadden we allang een kankerexplosie gehad`, zegt een gerenommeerde wetenschapper laconiek.

Is het hiermee afgedaan? Nee, volgens mij niet, want E-nummers, zo wordt gezegd, zijn net mensen: ze gedragen zich anders onder verschillende omstandigheden. Er is een (groeiende) groep voedings-deskundigen die stelt dat stoffen die er van nature inzitten een ander effect op ons lichaam hebben, dan stoffen die er aan toegevoegd zijn. En daar wil ik mij graag bij aansluiten. Een voorbeeld: op een tomaat hoeft niet te staan dat deze E621 bevat, omdat dat er van nature in zit. Maar stopt een fabrikant E621 in zijn soep, dan moet hij dat op het etiket zetten. En het is de vraag of de stof zich daarin op precies dezelfde manier gedraagt als het E621 dat een fabrikant aan zijn soep toevoegt.

E-nummers die in hun natuurlijke omgeving onschadelijk zijn, zijn dat misschien niet of minder als ze worden toegevoegd. Daar zou best een kern van waarheid in kunnen zitten, zegt levensmiddelen-technoloog en E-nummerdeskundige van de Universiteit van Wageningen, Ralf Hartemink. Maar de vraag is: hoe onderzoek je dat? `Voeding en de manier waarop ons lichaam daarmee omgaat, is zo complex dat we daar het fijne nog lang niet van weten en daarbij … 100% veilig bestaat niet`, aldus Hartemink.  Maar wat dan?

Mijn advies, als voedingsdeskundige:  qua smaak gaat er niets boven vers en onbewerkt voedsel, dat ook vol zit met E-nummers, maar die horen erin!

« Leuk idee: smaakworkshop met chocolade voor Kids

Copyright © 2019 · Tasteful theme by Restored 316